
In het tijdschrift van het Veteraneninstituut vond ik een
artikel met daarin een 7-tal opmerkingen van Douwe Draaisma, hoogleraar
psychologie bij de Universiteit Groningen. Draaisma is gespecialiseerd in de
werking van ons geheugen.
Bij mijn onderzoek naar de ervaringen van mijn vader zal ik deze opmerkingen
zeker meenemen.
- ‘We associëren het geheugen met leren, vastleggen en conserveren, maar we vergeten veel meer.’
- ‘Indiëveteranen zagen hun inzet als het beteugelen van een opstand. Later hoorden ze dat ze de laatste koloniale oorlog hadden uitgevochten. In beide voorbeelden blijven, strikt genomen, de herinnerde gebeurtenissen hetzelfde, maar verandert de kleur die iemand eraan geeft.’
- ‘Herinneringen worden in de loop der jaren minder gedetailleerd en scherp, maar de tijd tast de betrouwbaarheid van een verhaal niet principieel aan. Ingrijpende gebeurtenissen worden doorgaans beter opgeslagen dan herinneringen aan alledaagse zaken.’
- ‘De data en locatie van een missie horen niet bij het autobiografisch geheugen van de veteraan, maar de herinnering aan hoe warm of juist koud hij het had, en de stress en kameraadschap die hij heeft ervaren, wél.’
- ‘Door zintuigelijke ervaringen, zoals geuren en smaken, opnieuw te beleven door terug te gaan naar een missiegebied, versterkt de herinneringen, meer dan het kijken naar foto’s. Het kan zelfs herinneringen oproepen waar je sinds je terugkeer niet meer aan gedacht hebt.’
- ‘Onaangename herinneringen zijn hinderlijk aanwezig bij mensen met PTSS. Tegenwoordig worden zij vaak behandeld met EMDR, een therapie die de herinnering van zijn emotionele lading en scherpe randen ontdoet. Dat geeft in veel gevallen verlichting.’
- ‘Van Indiëveteranen is bekend dat ze massaal gingen praten over hun oorlogsherinneringen toen ze de zestig voorbij waren. Hun eerdere zwijgen had diverse oorzaken: consideratie met familie, ongemak om over emoties te praten, angst om niet begrepen te worden.’
Bron: https://www.veteraneninstituut.nl/geheugenprofessor-douwe-draaisma/