Deze weg krijgt in het fotoboek “Mijn Diensttijd in Indië” met 5 foto’s een hele pagina. Dat moet indruk gemaakt hebben. De foto’s op zich geven daar niet meteen aanleiding toe.





Wat onderzoek maakt het toch al snel duidelijk. Puncak Pass
zoals het nu genoemd wordt, is een gewild dagtripje of weekendje. En dat is het
al heel lang.
Op Java is het vaak warm en vochtig, zeker in Jakarta. Die plaats is ook nog
eens (overigens net als Amsterdam) op zeer drassige en daarmee vochtige bodem
gebouwd. Druk, rumoer, warm, heet, uitlaatgassen waren er in de tijd van vader
ook al. Het was voor de Nederlandse ambtenaren en ondernemers dan heel prettig
om de snel groeiende stad te verlaten en naar Puncak te gaan. De Puncak Pass,
zoals het nu wordt geschreven, ligt op ongeveer 1800 meter hoogte en is daarmee
veel koeler dan het nagenoeg aan zee gelegen Jakarta. Hollanders lieten er,
zoals je op een van de foto’s kan zien, “Zwitserse chalets” bouwen. Op die
hoogte en bij die temperatuur is het gebied met name ook geschikt voor het
verbouwen van thee.
Maar, schijnbaar, onvergelijkbaar met de huidige tijd. Jakarta is uit zijn
voegen gebarsten, heel Java zelfs. Volgens velen is de stad eigenlijk min of
meer onleefbaar. Het is er te druk en bovendien “drijft de stad weg naar de zee”.
President Joko Widodo maakte onlangs bekend dat er een nieuwe hoofdstad komt
voor Indonesië. Die zou dan in de provincie Oost-Kalimantan op het eiland
Borneo moeten komen.
Een uitstapje naar Puncak Pass is een mogelijkheid om de drukte even te
ontduiken. Het is elke keer die gedachte waarmee heel veel mensen, zeker in het
weekend, naar Puncak willen. Om daar vervolgens in een heel lange file (vaak
van uren) te komen. Er lijken veel reizigers te zijn die rechts omkeer maken.
Dat warmte relatief is blijkt uit de verhalen van toeristen die het opvalt dat Indonesiërs
er met ski-jacks rondlopen.
Leave a Reply