De periode van het 436e bataljon in Bandung werd getekend door spanningen en incidenten. In het bataljonsboek worden er twee uitgebreid besproken.
Jan de Jager
Op 7 november 1950, dus bijna een jaar na de soevereiniteitsoverdracht, kwam ziekenverzorger Jan de Jager om het
leven. Ik lees het verhaal van Joop Pesulima, een chauffeur van de KNIL. Hij
kreeg de opdracht om in Bandoeng een officier op te halen. Onderweg werd hij
gestopt bij een barricade van 3 oliedrums. Deze werd bemand door soldaten van
de TNI (Tentara Nasional Indonesia leger van de Republiek). Na het antwoord op
de vraag van de bestemming en controle van papieren kon de rit worden vervolgd.
De inzittenden werden nageroepen met hé, hé Ambon Blanda (blanda was een
scheldwoord voor blanke). Vervolgens bleek de auto ook te worden gevolgd. Bij
het ophalen van de officier bleek er ook een groep soldaten van het Nederlandse
leger op weg te zijn terug naar de kazerne in Tjimahi. Zij werden opgehaald
door een grotere “Power”-wagen. De officier en twee soldaten namen plaats in de
jeep van chauffeur Pesulima. Zij reden achter de wagen met de soldaten.
Plotseling kwam de TNI-wagen dichterbij. Pesulima wilde de “Power”-wagen
inhalen. Tegelijkertijd openden de TNI-militairen het vuur. Pesulima ging
zig-zaggend rijden maar het was te laat. Jan de Jager was geraakt. De
voertuigen werden vastgehouden door de TNI. De officier protesteerde heftig.
Vervolgens mochten de wagens de reis vervolgen. “Bij het militair hospitaal gekomen,
stierf de Jager in de schoot van zijn dienstmakker.” Het incident vond plaats
drie weken voor de Jager gerepatrieerd zou worden naar Nederland.


De Jager is, met militaire eer, bijgezet op het militaire ereveld “Pandoe” in
Bandoeng. Ik zal dat bezoeken.
Kerstvoetbaltoernooi op het Sidolig-sportterrein
Op 17 december 1950 werd er op dit sportterrein een voetbaltoernooi
georganiseerd, voor zowel militairen als burgers. Bij de wedstrijd Jong
Ambon-Sidolig, tijdens de tweede helft meldde zich een groep militairen van het
Indonesische leger. Zij wilden de wedstrijd bijwonen, maar wilden niet de
entree betalen. Zij wilden via de poort de toegang forceren. Bij een gevecht
werd een van de Indonesische soldaten gewond en bleef op de grond liggen. De
andere Indonesiërs liepen weg om hun wapens te halen. De dienstdoende officier
vroeg de aanwezige M.P.’s om versterking te vragen.
Plotseling verscheen een van de Indonesische militairen die met een zogenaamd
“Owen-gun” in de lucht vuurde. Kalmeren
bleek niet mogelijk. Het gevechtsvuur nam toe, ook vanuit greppels. In eerste
instantie in de lucht, maar vervolgens ook op de manschappen. Uiteindelijk
trokken de Indonesische militairen, met allerlei pistolen, mitrailleurs en
geweren, het sportterrein binnen. In het gevecht, dat enkele uren duurde, vielen uiteindelijk drie slachtoffers, een
eerste luitenant van het Nederlandse en twee spelers van Jong Ambon.
De getuigenverklaringen omtrent het incident kwamen van een van de leden van de
Militaire Politie en soldaten en officieren van het 436e Bataljon.
Ik weet niet of mijn vader daarbij aanwezig was. Het lijkt me niet onmogelijk,
hij hield van voetballen.

Het sportterrein bestaat nog steeds, ik zal het bezoeken.
Leave a Reply