Zijn werkbare leven heeft mijn vader gewerkt bij de Vlisco. Hij was nog geen 15 toen hij, na een opleiding bij de LTS, startte bij de Vlisco.
Hieronder een herdenkingsdoek dat hij ontving bij zijn 40-jarig jubileum in 1984. Uiteindelijk heeft hij er gewerkt tot, als ik me niet vergis, 1986. Bij een van de zovele reorganisaties kreeg hij de gelegenheid, onder relatief gunstige voorwaarden te stoppen; hoewel hij niet geheel voldaat aan de eisen. Het stelde hem in staat voortaan zijn dagen volledig te besteden aan mantelzorg voor zijn vrouw, mijn moeder, Tonnie Santegoeds.

In dit bericht zoom ik in op de herkeningsdoek. De afbeeldingen op het doek verwijzen naar de productie van “Real Dutch Java Wax”.
Op Java werden, traditioneel en ambachtelijk, stoffen gekleurd door het afwisselend bedekken van delen van stoffen met wax, waardoor de niet-bedekte delen konnen worden gekleurd. Bij een volgende gang werden weer andere delen bedekt met wax. Met een ingewikkeld proces wisten de makers een complex patroon en met meestal zeer kleurige stof te maken. Deze wijze was echter zeer arbeidsintesief.
Vanaf 1852 ontwikkelde Frits Fentener van Vlisingen een procedé waarmee batik-stoffen ook fabrieksmatig konden worden geprint. In 1856 werden voor het eerst stoffen verscheept naar Indonesië.
Uiteindelijk werd de markt niet gevonden in, destijds, Nederlands-Indië, maar in Afrika. In relatief korte tijd werd daar een heel grote markt opgebouwd.
Tot op vandaag worden de stoffen van de Vlisco in Afrika zeer op prijs gesteld. Overigens komt de productie in Helmond wel sterk onder druk te staan door stoffen uit China en andere Aziatische landen.
Hier onder een filmpje over productie van de Vlisco-stoffen.




Leave a Reply